Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Het lot nu [15]tegen het oosten viel op Salemja; maar voor zijn zoon Zecharja, die een verstandig raadsman was, wierp men de loten, en zijn lot is uitgekomen tegen het noorden; 15. Dat is, de poort, die tegen het oosten lag, en alzo vervolgens.